Veelgestelde verkeersvragen

Vaak wordt in klachten en meldingen verzocht om maatregelen te nemen zoals het plaatsen van drempels, paaltjes of een verkeersspiegel. De gemeente is terughoudend met het plaatsen van dit soort maatregelen. Uitgangspunten zijn de verkeerswetgeving en de richtlijnen voor wegontwerp. Dit heeft verschillende redenen:

• Maatregelen hebben vaak nadelige bijeffecten, zoals bijvoorbeeld voor voetgangers of voor hulpdiensten. Drempels kunnen leiden tot geluids- en trillingshinder bij omwonenden. Versmallingen kunnen gevaarlijk zijn voor fietsers vanwege de obstakels en het risico op klemrijden.
• Maatregelen hebben vaak net zoveel tegenstanders als voorstanders.
• Van veel maatregelen is bekend dat ze onvoldoende effect hebben.
• Veel klachten zijn een ervaring die onvoldoende wordt ondersteund door feiten en cijfers.
• Afleiding is een belangrijke oorzaak van verkeersonveiligheid. Ook te veel maatregelen zoals verkeersborden die een weggebruiker tegenkomt, kunnen voor afleiding zorgen. Daardoor kan ook de aandacht verslappen voor de echt belangrijke zaken, zoals een overstekende voetganger.
• De gemeente heeft een beperkt budget dat zij zo effectief mogelijk moet besteden, dus bij voorkeur aan maatregelen die zinvol of noodzakelijk zijn voor een zo groot mogelijk deel van de inwoners of van het verkeer.

De gemeente is zeer terughoudend met het plaatsen van extra verkeersborden. Een verkeerssituatie moet zelf voldoende duidelijk zijn met daarbij de wettelijk noodzakelijke verkeersborden. Hiermee wordt voorkomen dat er een overschot aan verkeersborden ontstaat. Te veel verkeersborden zorgen voor een rommelig en onoverzichtelijk straatbeeld. Dit zou zelfs juist een averechts effect kunnen hebben op de verkeersveiligheid omdat het afleidt. 

Meer verkeersborden zorgen dus niet per definitie voor een betere verkeersveiligheid. De gemeente heeft daarom als doel om te komen tot een helder stelsel van verkeersborden, met de juiste borden op de juiste plek en zonder overbodige verwijzingen. Ook hier is verkeerswetgeving en de richtlijnen voor wegontwerp leidend.

De gemeente houdt de klachten en meldingen bij. Als een straat wordt opgepakt voor groot onderhoud wordt gekeken of, en zo ja welke verbeteringen mogelijk zijn. Dat kunnen verbeteringen zijn voor verkeer zoals snelheid of parkeren, maar bijvoorbeeld ook voor openbaar groen. 

Waar de ruimte en/of het budget beperkt is, maakt de gemeente een zo goed mogelijke afweging tussen de verschillende wensen en behoeften. Bij grotere projecten informeert de gemeente tijdig bewoners en belanghebbenden. De gemeente vindt goede participatie belangrijk zodat betrokkenen kunnen inspreken en ideeën kunnen meegeven.

Voor kleine verkeersmaatregelen zoals het plaatsen van een verkeersbord wordt geen bewonersbrief verstuurd. Wel moet de gemeente voor verschillende maatregelen zoals het plaatsen van verkeersborden wettelijk een verkeersbesluit nemen. Verkeersbesluiten worden gepubliceerd en liggen 6 weken ter inzage. Meer informatie over verkeersbesluiten vindt u hier.

In veel woonwijken wordt parkeeroverlast ervaren. Er zijn bijvoorbeeld te weinig parkeerplaatsen, er wordt hinderlijk geparkeerd of er worden uitritten geblokkeerd. Als er meer auto’s willen parkeren dan dat er plaatsen zijn, is er sprake van een hoge parkeerdruk. Vaak blijkt deze parkeerdruk mee te vallen en is er wel plaats beschikbaar, alleen op iets grotere loopafstand.

Een reden voor hoge parkeerdruk is dat veel woonwijken niet zijn ontworpen voor de hoeveelheid auto’s die er nu zijn. Zeker oudere woonwijken zijn aangelegd in een tijd dat er nog maar weinig auto’s waren. Bijna alle huishoudens hebben nu een auto en er zijn ook veel huishoudens met twee of meer auto’s. Ook zijn er veel huizen waarvan de carport of de garage is omgebouwd tot extra woonruimte of bergruimte. Dan moeten er ook meer auto’s op straat parkeren dan wat de bedoeling was bij het ontwerpen van die wijk.

Parkeeroverlast ontstaat ook omdat vaker de auto gebruikt wordt voor bijvoorbeeld winkelen of het halen en brengen van kinderen naar school of sport. De oplossing ligt hier meer in het beperken van het autogebruik en minder in het aanleggen van meer parkeerplaatsen.

Wat ook van belang is, is dat er veel publieke oplaadpalen voor elektrische auto’s aangelegd moeten worden. Daarvoor worden parkeerplaatsen aangewezen als oplaadplaats waar dan niet iedereen meer mag parkeren. Het aantal gewone parkeerplaatsen wordt dan kleiner, en dus de parkeerdruk hoger. De gemeente maakt een zo goed mogelijke afweging tussen de vraag naar oplaadpalen en de behoefte aan parkeerplaatsen. Meer informatie over elektrisch rijden en oplaadpalen vindt u hier.

De gemeente legt in principe geen extra parkeerplaatsen aan. Ook worden er bijvoorbeeld geen paaltjes of extra verkeersborden geplaatst of een parkeerverbod ingesteld. Bij gepland groot onderhoud wordt gekeken of, en zo ja welke verbeteringen mogelijk zijn.

Parkeren voor een uitrit van een bedrijf of woning is niet toegestaan. Ook met de eigen auto niet. U kunt eventuele hinder melden bij handhaving en toezicht. U kunt ook naar handhaving en toezicht vragen via het algemene telefoonnummer 14 071.

Gemeente Voorschoten vindt duurzaamheid belangrijk en stimuleert dan ook het gebruik van elektrische auto’s (EV’s). Daaronder worden ook verstaan plug-in hybrides (PHEV’s). Bewoners en ondernemers die geen parkeergelegenheid op eigen terrein hebben of geen parkeerplaats van de VvE, kunnen een openbare oplaadpaal aanvragen. Meer informatie over elektrisch rijden en oplaadpalen vindt u hier.

Om de openbare laadpalen te kunnen gebruiken, moet u een laadpas aanvragen. Er zijn verschillende soorten laadpassen beschikbaar. Om te bepalen waar u een laadpas kunt aanvragen, kijkt u op Laadpaswijzer. Op deze website vindt u ook een overzicht van alle belangrijke kenmerken en up-to-date tarieven van de verschillende laadpassen.

De gemeente heeft het aanbieden en exploiteren van oplaadpalen geregeld via een concessie. Oplaadpalen uit de eerste concessie (2017-2021) hebben een vermogen van 11 kW. Oplaadpalen uit de huidige concessie (2021-2024) hebben een vermogen van 22 kW. De oude oplaadpalen worden in principe niet vervangen. Het vermogen waarmee daadwerkelijk wordt geladen hangt ook af van de auto en van de stekkerverbinding. Het is mogelijk dat er ook door andere aanbieders openbare oplaadpalen geplaatst zullen worden. Deze kunnen een hoger laadvermogen hebben. Ook kijkt de gemeente naar de mogelijkheden en ontwikkelingen van snellaadpalen.

Het is niet toegestaan om een oplaadpaal onnodig lang bezet te houden. Volgens de verkeersregels van het RVV (artikel 24) moet een parkeerplaats gebruikt worden zoals op een eventueel onderbord is aangegeven. Bij de oplaadpalen in Voorschoten staat op het onderbord “opladen elektrische voertuigen”, dus een auto zou er alleen mogen staan als deze ook daadwerkelijk wordt opgeladen. 

Nee, dit mag niet. Hoewel wij duurzaamheid belangrijk vinden en initiatieven stimuleren, moet de gemeente ook rekening houden met andere belangen en met praktische zaken:

• De gemeente is verantwoordelijk voor een veilige en goed toegankelijke, bruikbare buitenruimte. Kabels zijn hinderlijk en mogelijk gevaarlijk voor voetgangers die minder goed ter been zijn en voor kinderen. Kabels zijn ook hinderlijk voor bijvoorbeeld rollators, rolstoelen en kinderwagens.
• Speciale matten lossen dat probleem onvoldoende op, dit zijn ook oneffenheden die hinderlijk kunnen zijn.
• Bij matten kan discussie ontstaan over wie verantwoordelijk is: de eigenaar van de mat of de gemeente.

Sinds kort kunt u, als uw adres aan bepaalde voorwaarden voldoet, wel een kabelgoot aanvragen bij de gemeente. Een kabelgoot wordt gevormd door speciale tegels met een ingebouwde goot, die in de stoep worden gelegd. De kabelgoot zorgt ervoor dat niemand kan struikelen over de kabel en dat de kabel niet beschadigd raakt, doordat hij netjes weg werkt in de grond of in speciale tegels. Meer informatie hierover en het aanvraagformulier kunt u vinden op deze pagina: Duurzaam vervoer.

Er worden regelmatig klachten en meldingen ingediend over te hard rijden. De gemeente beschikt over een programma waarin verschillende gegevens worden bijgehouden zoals de gereden snelheid. Dit zijn actuele gegevens voor de gehele gemeente die worden gevonden met zogenaamde “floating car data”, waarbij uit het standaardsignaal van voertuigen en mobiele telefoons de gereden snelheid wordt herleid. Deze gegevens zijn voldoende volledig en betrouwbaar om een uitspraak te kunnen doen over de snelheid en om meldingen aan te toetsen. Veelal blijkt deze gemeten snelheid weinig af te wijken van de maximumsnelheid en is er dus geen reden voor maatregelen of controles. Ook houdt de gemeente eigen tellingen en metingen.

Om een goed beeld te krijgen van de gereden snelheid, wordt gekeken naar het zogenaamde V₈₅-percentiel. Dit is de snelheid die door 85% van de automobilisten niet, en door 15% van de automobilisten wel wordt overschreden. Dit wordt gedaan om extremen uit de meting te halen. Er zijn altijd weggebruikers die ondanks de weginrichting te hard (willen) rijden. Deze weggebruikers geven geen reëel beeld van de daadwerkelijke verkeerssituatie. De V₈₅-regel weerspiegelt de snelheid die een ruime meerderheid van automobilisten als redelijk en veilig ervaart.

De gemeente heeft een aantal elektronische snelheidsdisplays. Deze worden ongeveer elke drie à vier weken op een nieuwe locatie opgehangen. Dit maakt onderdeel uit van de gedragsbeïnvloedingscampagne. Uit onderzoek blijkt dat de attentiewaarde na ongeveer twee weken afneemt. Om deze reden verplaatsen we de snelheidsdisplays regelmatig naar een andere locatie. De displays laten aan elke passerende bestuurder zien hoe hard deze rijdt en dit heeft vaak een positief effect op het gedrag. De gemeente bepaalt de locaties waar de displays komen te hangen onder andere aan de hand van meldingen. Ook moet de locatie aan een aantal praktische voorwaarden voldoen om bijvoorbeeld het display goed op te kunnen hangen.

Elektronische snelheidsdisplay

De gemeente legt in principe geen extra drempels aan of andere snelheidsremmende maatregelen. Bij gepland groot onderhoud wordt gekeken of, en zo ja welke verbeteringen mogelijk zijn.

De regels en voorwaarden voor snelheidscontroles worden niet door de gemeente of de politie bepaald, maar door het Openbaar Ministerie (OM). Wegbeheerders zoals de gemeente, maar ook de politie hebben daar geen invloed op. 

De politie kan dus alleen op snelheid controleren als dat kan volgens de regels van het OM. Een van de regels van het OM is dat er op 30km-wegen en in 30km-zones in principe niet op snelheid gecontroleerd wordt. De flitspalen in Nederland en dus ook in Voorschoten zijn in eigendom van het OM en zij bepalen ook het beleid daarover.

Gemeente Voorschoten volgt het landelijke beleid voor het inrichten van wegen. Daaruit volgt ook de toe te passen maximumsnelheid. Die is binnen de bebouwde kom 30 of 50 km/u, met als uitzondering “stapvoets” in woonerven en 70 km/u op de grote hoofdwegen. Dat laatste komt niet in Voorschoten voor. 

In het Verkeersplan heeft de gemeente al haar wegen volgens dit principe ingedeeld en daarmee zijn ook de maximumsnelheden bepaald. Op een enkele uitzondering na is dit ook zo op straat uitgevoerd. Andere maximumsnelheden dan die volgen uit het Verkeersplan zijn in principe niet mogelijk.