In veel woonwijken wordt parkeeroverlast ervaren. Er zijn bijvoorbeeld te weinig parkeerplaatsen, er wordt hinderlijk geparkeerd of er worden uitritten geblokkeerd. Als er meer auto’s willen parkeren dan dat er plaatsen zijn, is er sprake van een hoge parkeerdruk. Vaak blijkt deze parkeerdruk mee te vallen en is er wel plaats beschikbaar, alleen op iets grotere loopafstand.

Een reden voor hoge parkeerdruk is dat veel woonwijken niet zijn ontworpen voor de hoeveelheid auto’s die er nu zijn. Zeker oudere woonwijken zijn aangelegd in een tijd dat er nog maar weinig auto’s waren. Bijna alle huishoudens hebben nu een auto en er zijn ook veel huishoudens met twee of meer auto’s. Ook zijn er veel huizen waarvan de carport of de garage is omgebouwd tot extra woonruimte of bergruimte. Dan moeten er ook meer auto’s op straat parkeren dan wat de bedoeling was bij het ontwerpen van die wijk.

Parkeeroverlast ontstaat ook omdat vaker de auto gebruikt wordt voor bijvoorbeeld winkelen of het halen en brengen van kinderen naar school of sport. De oplossing ligt hier meer in het beperken van het autogebruik en minder in het aanleggen van meer parkeerplaatsen.

Wat ook van belang is, is dat er veel publieke oplaadpalen voor elektrische auto’s aangelegd moeten worden. Daarvoor worden parkeerplaatsen aangewezen als oplaadplaats waar dan niet iedereen meer mag parkeren. Het aantal gewone parkeerplaatsen wordt dan kleiner, en dus de parkeerdruk hoger. De gemeente maakt een zo goed mogelijke afweging tussen de vraag naar oplaadpalen en de behoefte aan parkeerplaatsen. Meer informatie over elektrisch rijden en oplaadpalen vindt u hier.

De gemeente legt in principe geen extra parkeerplaatsen aan. Ook worden er bijvoorbeeld geen paaltjes of extra verkeersborden geplaatst of een parkeerverbod ingesteld. Bij gepland groot onderhoud wordt gekeken of, en zo ja welke verbeteringen mogelijk zijn.

Terug naar het overzicht veelgestelde vragen