Gemeente Voorschoten doet een dringend verzoek aan het kabinet om op 'de kortst mogelijke termijn' winkelen in de niet-essentiële sector weer mogelijk te maken. Als dit niet gebeurt, vreest de gemeente voor 'forse negatieve emotionele én maatschappelijke effecten voor iedereen.'

Het college van burgemeester en wethouders vreest voor sluiting of zowel zakelijk als persoonlijk faillissement van ondernemers. "Met alle gevolgen van dien", schrijven zij in de brief, die gericht is aan minister-president Mark Rutte.

Volgens de gemeente komen veel ondernemers niet in aanmerking voor steunmaatregelen en ervaren zij de pijn dat het onterechte beeld wordt geschapen dat ze ruimhartig gecompenseerd worden.

'Negatieve emotionele én maatschappelijke effecten voor iedereen'

Voorschoten laat weten zich 'ernstige zorgen te maken over de gevolgen van deze zoveelste lockdown'; over de gevolgen voor ondernemers en over de toekomst van de winkelstraten in de dorpen. De gemeente vreest voor 'een minder aantrekkelijk aanbod, een verschaling van de winkelstraten met leegstand en forse negatieve emotionele én maatschappelijke effecten voor iedereen.'

Voor de korte termijn pleit de gemeente Voorschoten voor 'veilig winkelen in alle winkels zoals dat eerder is toegestaan en ook goed is gegaan.' Voor de lange termijn is volgens de gemeente een 'duurzaam perspectief' nodig. "Dat vereist een nieuw concept, waarbij inwoners en ondernemers op een zo veilig mogelijke en maatschappelijk verantwoorde manier verder kunnen", aldus het college van B&W.

Brief gemeenten Kaag en Braassem en Voorschoten inzake openen niet-essentiële winkels